Als de dood voor de deur staat. Hoofdstuk 3

Als je Lizzy ziet liggen daar op de grond, verstijfd als door een monster bezeten, is dit zover weg van de persoon die je kent en liefhebt, dat het onwerkelijk gaat lijken. Je kunt het geen plek geven, geen stempel op drukken, niet bevatten, dus het gaat in een razende roes aan je voorbij. We hebben eigenlijk tot dan toe nooit iets echt ernstigs meegemaakt. Altijd gezond en gespaard gebleven van dit soort onheil en nu dit.

Of het onheil moet zijn die keer dat Kayleigh, ze was een jaar of 6 denk ik, toen ze een dagje met ons meeging naar een bowlingtoernooi dat ze viel van een trapje, of eigenlijk viel ze meer op dat trapje. Natuurlijk huilde ze flink, maar omdat we aan de buitenkant niets bijzonders zagen, was een kus naar onze mening voldoende genezend om het huilen te stoppen. De helende kus heeft wel vaker zijn kracht bewezen. Een dag later had ze toch nog veel pijn en na een bezoekje aan het ziekenhuis bleek dat ze haar beentje gebroken had. Dus dat soort “klein” onheil wel, maar verder niet. Kayleigh neemt het ons nog steeds met een knipoog kwalijk…

Ik druk 112 en krijg snel iemand aan de lijn. Een vrouw neemt op en aan haar stem te horen is ze wat ouder, zo komt ze in ieder geval bij mij over. Ik vond het vreemd iemand aan de lijn te krijgen die zo rustig was. Ik had blijkbaar de verwachting dat als er iets ernstigs aan de hand is waardoor je 112 moet bellen, degene aan de andere kant van de lijn ook in hoogste staat van opwinding zou zijn. Ik wist nog dat wanneer je 112 belt, je eerst moet aangeven wat je nodig hebt, een ambulance, politie of de brandweer. Daarom roep ik dat ik een ambulance nodig heb op ons adres. Ik leg zo goed en kwaad als mogelijk uit wat er aan de hand is. Ze stelt me wat vragen en ze zegt dat ze mee aan de lijn wil houden totdat de ambulance er is. Ik ben inmiddels weer terug bij de toilet en ik zie dat het braaksel zich probeert te bevrijden uit haar mond. Doordat haar kaken nog steeds stijf op elkaar zitten en ik hier ook geen beweging in kan krijgen, lukt dat niet echt en sijpelt het braaksel wat langs haar mondhoeken naar buiten. Je bent op dat moment zo ontzettend machteloos maar je wil haar helpen, haar bevrijden van dit monster. Je wil haar in je armen nemen en troosten, haar pijn verlichten, het allemaal doen verdwijnen, maar het lukt niet, het kan niet. Het enige dat je kunt doen is machteloos toekijken en inmiddels zijn Kayleigh, mijn dochter van 11 en Kenny, mijn middelste zoon van 12, ook beneden gekomen en zie je de paniek in de ogen van je kinderen die hun moeder zien vechten tegen iets wat nog geen naam heeft en wat niet past in hun belevingswereld.

Lizzy en Kayleigh op verjaardag 24/9/2006

Lizzy en Kayleigh op verjaardag 24/9/2006

Het zal niet meer dan 10 minuten zijn geweest alvorens de ambulance er was. Je hoort wel eens dat minuten wel uren duren en voor mijn gevoel waren het inderdaad uren. Uren waarin alles door je hoofd spint, van paniek tot verdriet, boosheid en zorg om je kinderen die je juist nu nodig hebben maar waarvoor je er juist nu niet kunt zijn. Een onwerkelijk situatie ontstaat er als er een mannelijke en vrouwelijke ambulance verpleegkundige de gang binnenkomen met een koffer vol apparatuur. Ze stralen een rust uit die helemaal niet past bij mijn gemoedstoestand, het past niet bij de paniek en de radeloosheid die van mij meester heeft gemaakt. De rust en bekwaamheid waarmee ze aan het werk gaan slaat wel op mij over en de vragen die ze stellen kan ik rustig beantwoorden. Wat haar naam is, mogelijke allergieën, leeftijd en andere bijzonderheden. “Ze is nu in goede handen”, denk ik, “Het zal nu wel goed komen”….

[jetpack_subscription_form title=”Abonneer je op mijn Blog via E-mail”]

 

Aantal keer gelezen :1225

Reacties

  1. 3

    tonny vermeulen zegt

    Mooi Maarten hoe je dit op papier weet te zetten….mijn vader heeft na het overlijden van mama in 2006 ook zijn verhaal ppgeschreven en opgeborgen voor ons voor later……

  2. 5

    Mathieu Gardeniers zegt

    Als je zo mooie kunt schrijven, doe dat ook. Schrijf van je af, maar vergeet nooit.