Ik ben niet bang

Vandaag in Amsterdam. Niet een gezellig dagje uit, maar bij de Notaris om het apartement wat ik heb gekocht in Amsterdam over te dragen. Het is het pand wat Kayleigh, mijn dochter, samen met drie vriendinnen huurt. Het kwam te koop te staan en als er zich een kans voordoet, kun je hem wel of niet pakken.

Ik heb het gedaan en omdat ik nog wat tijd over heb, voordat ik bij Kayleigh langs ga om haar mede te delen dat de huur wordt verhoogd, er geen jongens meer in het pand mogen komen en er wekelijks verslag moet worden gedaan over de staat van het pand, besluit ik langs het Vondelpark te rijden. Ik besef me namelijk dat ik welliswaar met enig regelmaat in Amsterdam ben geweest, maar nog nooit in het veelbesproken Vondelpark.

Het vondelpark

Er schijnt een vaal lentezonnetje dus op zich een prima tijd om hier te vertoeven. Ik parkeer mijn auto op een parkeerplaats voor electrische auto’s, vlak bij een Ferrari die andere prioriteiten heeft dan duurzaamheid. Bij binnenkomst in het park, valt de drukte van auto’s en trams die zich hectisch door elkaar over de onduidelijk aangegeven straten een weg naar hun bestemming banen, volledig weg. De prille lente heeft de bomen in de knop gezet, maar de bloesem die de provinciale steden in Brabant kenmerken is hier nog niet te vinden. Het park wordt omringd door statige panden uit de gouden eeuw en ligt vol met prachtige vijvers waar de eenden en ganzen de baas zijn.

In het Vondelpark heerst de fiets. De bakfiets met jonge vaders en moeders met soms wel drie kinderen in de bak, worden ingehaald door studentes op kleurrijke oma fietsen. Toeristen op wiebelende Yellow bikes wisselen haastige Amsterdammers af op weg naar of afkomstig van hun werk. Skate boardenden jongeren gaan zij aan zij met de talrijkende joggers in alle leeftijd catagorieen.

Je waant je in het buitenland, want het duurt een tijd voordat ik de Nederlandse taal hoor. De sfeer in het park is ontspannen. Een verliefd stel deelt op het grasveld een jointje met elkaar. Een groepje artiesten vertonen hun hoepelkunsten door met soepele heupbewegingen de hoepel vanuit hun middel via hun borst, naar hun nek en hun neus te verplaatsen. Twee jongens maken muziek met hun gitaar dat door het lawaai van het park niet verder reikt dat enkele meters. Twee jongens die arm in arm duidelijk van elkaars gezelschap genieten. Zwervers die samen met een groepje rasta mannen eensgezind bewegen op de klanken van de reggae muziek die uit de boxen schallen van een kleine ghettoblaster.

Weinig mobielende mensen valt mij op, zelfs op het terras waar ik geniet van een biertje. Het Vondelpark is een plek om mensen te ontmoeten, niet de plek om je af te zonderen van de buitenwereld. Het Vondelpark is de plek waar alle culturen bij elkaar kunnen zijn zonder te oordelen over geloof of geaardheid. Het Vondelpark toont mij weer aan dat we niet bang hoeven te zijn. We hoeven niet bang te zijn voor laffe gasten die met hun auto op nietsvermoedende voetgangers inrijden in Londen om te doden. Laffe gasten die het lef niet hebben om als je dan toch tegen de goedheid van de mens bent, om dan maar in de frontlinie in Syrie te gaan vechten. Nee, dit zijn de sukkels die hun pijlen richten op nietsvermoedende voetgangers. Nee, ik ben niet bang. Ik ben niet bang voor die gasten. Ik ben niet bang omdat we met zoveel meer zijn die wel van de goedheid van de mens overtuigd zijn en genieten van elkaar dat ze nooit kunnen winnen, nooit. Het Vondelpark laat weer zien dat de goedheid van de mens niet dood te maken is. Wij zijn met zo veel meer, nee, ik ben niet bang.

[jetpack_subscription_form title=”Abonneer je op mijn Blog via E-mail”]

Aantal keer gelezen :296